Weggelden zijn een instrument van het vervoersbeleid, bedoeld om de toegang tot weginfrastructuur te reguleren en inkomsten te genereren voor de bouw, het onderhoud en de modernisering ervan. Ze omvatten verschillende vormen van het innen van vergoedingen van weggebruikers, zoals traditionele tolheffingen voor snelwegen, vignetten of elektronische tolheffingssystemen. De hoogte en de regels voor het berekenen van weggelden hebben een aanzienlijke invloed op de werking van de transportsector en het rijgedrag van de samenleving.
Het belangrijkste doel van weggelden is het internaliseren van externe kosten die door wegvervoer worden gegenereerd. Deze kosten omvatten onder andere de kosten voor de bouw en het onderhoud van infrastructuur, congestiekosten, ongevallen, luchtvervuiling en lawaai. Door weggebruikers kosten in rekening te brengen die proportioneel zijn aan de door hen veroorzaakte kosten, dragen weggelden bij aan een efficiënter en duurzamer gebruik van de transportinfrastructuur.
Tolheffingssystemen verschillen van land tot land en afhankelijk van de gekozen oplossingen. Traditionele tolheffingen op snelwegen worden geïnd bij tolpoorten, waar bestuurders een eenmalige vergoeding betalen voor het afleggen van een bepaald stuk weg. Vignetten zijn tijdelijke vergoedingen die recht geven op het gebruik van een bepaald wegennet voor een bepaalde periode (bijvoorbeeld een week, maand of jaar). Moderne elektronische tolheffingssystemen, zoals de eerder genoemde viaTOLL, berekenen de tol automatisch op basis van de werkelijke gereden afstand en de voertuigcategorie.
De hoogte van de weggelden is afhankelijk van verschillende factoren, zoals het type weg, het verkeersvolume, het tijdstip van de dag, de voertuigcategorie en de emissienormen. In sommige landen worden ook tolheffingen toegepast die afhankelijk zijn van het tijdstip van de dag en het niveau van congestie (de zogenaamde congestieheffingen), om gebruikers aan te moedigen buiten de piekuren gebruik te maken van de wegen. Steeds vaker worden er ook preferentiële tarieven ingevoerd voor voertuigen met een lagere uitstoot, om zo ecologisch transport te bevorderen.